Onlangs was ik met mijn gezin op vakantie in Oostenrijk. Na een lange autorit, kwamen we aan op een mooie camping aan de voet van een prachtige bergketen. We zetten onze tent neer op het bovenste terras, aan de rand van een bergwei, met prachtig uitzicht op de bergen. We hadden ruimte in overvloed. We parkeerden onze auto aan de ene kant van de tent en een picknick tafel, die overal op de camping stonden en je gewoon kon verslepen, aan de andere kant. Op die manier hadden we keurig onze plek afgebakend. Want dat was zo mooi aan de camping: je mocht zelf je plek uitzoeken.
Op een dag kwamen we na een wandeling naar beneden lopen. Ik was warm, moe en dorstig en droomde van een koele dronk, naast onze tent, waar ik zou genieten van de avondzon en het prachtige uitzicht. Tot mijn verbijstering zag ik dat er een enorme Nederlandse auto vlak bij onze tent stond en een man, de vader waarschijnlijk, met vier tieners een grote tent aan het opzetten waren. De spullen hadden ze op “onze” picknick tafel gezet. Boos stapte ik op hen af en zei:”Sorry, maar dit is onze picknick tafel”. De Nederlanders keken verbaasd toen ik verder ging : “en waarom zetten jullie die tent zo dicht op onze lip”. “O, nou ja”, zei de vader, “we gaan hem nu niet meer verzetten”. En onverstoorbaar gingen ze door met het opzetten van hun tent. “Ma- am”, zei mijn dochter, met een langgerekte, naar beneden buigende toon: “Dat zeg je toch niet. Die mensen hebben het recht daar te staan”. Ik was ontstemd, maar ergens, diep van binnen was er een stemmetje in mijn hart dat zei: ” Laat uw vriendelijkheid bij alle mensen bekend zijn”. Ik duwde het weg en vond dat ik gelijk had, ach en ja, de toon had iets vriendelijker gekund….
Zelfbeeld
Wij mensen hebben allemaal een beeld van onszelf. Ons zelfbeeld wordt vooral gevormd door wat je noemt ons “socialisatieproces“. In relatie met andere mensen vangen we signalen op over wat anderen van ons vinden. Kinderen internaliseren die signalen, dat wil zeggen: het wordt een deel van henzelf. Als je veel complimenten en bemoedigingen krijgt, ga je positiever naar jezelf kijken. Wanneer je nooit wordt bemoedigt, zelfs ontmoedigt of gepest, is de kans groot dan je een negatief zelfbeeld ontwikkelt. Je kunt dan angstig, onzeker, boos en wantrouwend worden. Maar als je teveel wordt geprezen of je prijst jezelf teveel, wordt je arrogant en zelfgenoegzaam. Die bewuste vakantiedag, begon er toch iets te knagen aan mijn zelfbeeld…
Ideale zelfbeeld
Naast het zelfbeeld dat gevormd wordt in de relatie met anderen, bestaat ons beeld van onszelf ook uit wat je noemt het”ideale zelfbeeld”, dat wordt gevormd door waarden en normen waaraan je wilt voldoen of waarvan anderen vinden dat je eraan moet voldoen. Christenen hebben hoge normen. Een christen heeft als opdracht geduldig, liefdevol, vriendelijk, nederig, goed, trouw, vol van blijdschap, vrede en zelfbeheersing te zijn. Veel christenen denken dat hun opdracht is om veel naar de kerk te gaan, veel te bidden en geld te geven aan goede doelen. Dat is allemaal mooi en goed. Maar het voornaamste doel van God met de mens is dat de mens “heilig en rechtvaardig” leeft met zijn medemens. Dat gaat dieper dan goede dingen doen. Dat gaat over goed zijn. Het is een uitdaging en tegelijkertijd een hele opgave om aan die normen te voldoen
Erken je gedrag
Het vervelende is dat die mooie deugden ons niet zomaar komen aanwaaien. In de Bijbel staat dat dit een vrucht is van de Geest van God (Galaten 5:22). Een vrucht groeit uit een zaadje, dat geplant, gesnoeid en gevoed wordt in, voor dat zaadje, vruchtbare grond. Hoe kunnen we groeien in vriendelijkheid, liefde en blijdschap? Het begint allemaal met een besef van eigen onvriendelijkheid, liefdeloosheid en ontevredenheid. Dat besef ontstaat op een moment van eerlijke zelfreflectie. Door een familielid, vriend, buur, collega die zo aardig is je een spiegel voor te houden. Door Gods Geest, de stem binnen in je, die je vriendelijk, maar niet mis te verstaan, laat weten hoe het zit. Maar hoe dan verder? Je kunt koppig volhouden dat het allemaal aan anderen ligt. Je kunt somber en negatief over jezelf worden en denken: “het wordt niets met mij en het zal ook nooit wat worden, ik ben in zonden geboren en getogen, ik ben vreselijk, niemand vindt mij aardig…” . Je kunt ook je hoofd buigen, erkennen dat het is zoals het is, maar… dat je dat niet wilt, je verlangt ernaar te groeien, in liefde, in blijdschap.
Groei
Hef dan je hoofd, hart en ziel op naar God: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Erken je tekorten en ontvang: vergeving, liefde, geduld, laat je vullen. Dat klinkt mysterieus en dat is het ook. Maar je wordt waar je je op richt. Richt je je op de zon, dan word je warm. Richt je je op je Schepper, met alles wat in je is, dan ga je meer en meer op Hem lijken. De keus is wel aan jou, wil jij je richten op Hem of op je onvolmaakte eigen gerechtigheid? Onze Schepper veroordeelt niet. Hij wil juist jouw groei, jouw heiliging. Hij zegt: “Sta op en begin opnieuw, laat Mij je liefhebben en geef die liefde door. Centreer je in Mijn liefde voor jou”. “Wie in Mij blijft en Ik in hem die draagt veel vrucht” (Johannes 15:5). Het vraagt wel om stappen: wat ga je doen? Ga je je excuus aanbieden en zo een les leren in nederigheid? Ga je ervoor kiezen de ander hoger te achten dan jezelf? Te stoppen met roddelen en oordelen? Wat ga je doen? Pas dan, als liefde vanuit je hart ook omgezet wordt in een daad, zal het groeien.
Onze camping buren waren de hele dag weg. ‘s Morgens gingen ze ergens in het dorp ontbijten en dineerden blijkbaar ook onderweg. ‘s Avonds laat kwamen ze dan weer min of meer luidruchtig de camping op rijden. Ik had er veel tijd voor nodig mijn onvriendelijkheid te erkennen. Ik schaamde me er een beetje voor, maar het kwam niet in me op naar de buurman toe te stappen en mijn excuses aan te bieden. Ik bleef volhouden dat het ruimte- innemende mensen waren, die geen rekening hielden met anderen. Zulke gedachten kunnen redeneringen zijn die je er van afhouden het enige juiste te doen. Het zijn van die, wat je noemt, “rationalisaties”. Je redeneert je gevoelens weg. Ik leerde mijn lesje in nederigheid niet op dat moment. Maar het goede nieuws is dat ik op de volgende camping direct op mijn buren afstapte, ze de hand schudde en een vriendelijk praatje aanknoopte! (ook al begonnen ze direct te roken toen ze zich neer vlijden naast hun tentje…).
Geef een reactie