Onlangs zat ik op een rustig moment op de bank en keek naar buiten. Pimpelmezen, koolmezen, goudvinkjes en een klein maar dapper roodborstje, vlogen heen en weer. Enkele vogels zaten op de tuintafel te genieten van nootjes en vetbollen. Ik bedacht dat ik ons konijn wel los kon laten. Ik deed zijn hokje open. Hij rende vrolijk naar buiten. Na een paar rondjes door de tuin, nestelde hij zich op zijn plek onder de tuintafel. Geschrokken van het bruine pluizige dier, trokken de vogels zich terug in de struiken en de appelboom. Pluis, ons konijn, zat stil. De vogels keerden terug naar hun maaltijd. Zodra Pluis een vogel zag, sprong hij op hen af. Ik heb nooit geweten dat een konijn zo waakzaam zou zijn. De meeste vogels trokken zich verder terug op zoek naar eten bij buren. Maar het roodborstje liet zich niet verjagen. Het kwam keer op keer terug. Uiteindelijk gaf Pluis het jagen op en bleef lui liggen op zijn favoriete plekje.
Ons hart als geestelijk centrum van ons leven, zou je kunnen vergelijken met een tuin. Tuin betekent omheining. Op het moment dat een mens een lapje grond omheind is het een tuin. De mens maakt dat lapje grond door de omheining los van zijn omgeving en geeft het betekenis. Het lapje grond wordt al of niet ingericht, geordend, beplant, bestraat, bewerkt. Er zijn groente tuinen, landelijke tuinen, moderne tuinen, speeltuinen. Ons hart, gezien als levenstuin heeft, wil het een gezonde tuin zijn, een omheining nodig. Het heeft grenzen nodig die scheiding maken tussen mijn tuin en jouw tuin. Dat maakt onze tuin uniek. Die grenzen bieden bescherming, geven autonomie en maken ons verantwoordelijk. Wij zijn beheerders van onze eigen levenstuin. We richten het in naar onze eigen stijl en smaak, afhankelijk van levensdoelen, talenten, karakter, ontwikkeling en omgeving. Onze levenstuin heeft een poort met een deur. Wij bepalen, als verantwoordelijke beheerders van onze levenstuin, zelf wie en wat we binnen laten.
Terwijl ik naar Pluis keek die aanvankelijk zijn best deed vogels weg te jagen uit “zijn” tuin, vroeg ik mij af in hoeverre wij waakzaam zijn en zorg dragen voor onze levenstuin. Pluis joeg op vogels, maar gaf het op. Hij reageerde nauwelijks toen er een zwarte kat over de schutting kwam gluren. Zijn wij er ons van bewust wat en wie we in onze levenstuin binnen laten? Hoe is het met de veilige omheining rondom onze tuin? En hoe zit het met het onderhoud? Het snoeien, wieden, bemesten, beplanten? Hoe ziet jouw levenstuin eruit? Neem eens de tijd daarover na te denken. Vergeet dan niet de Landman (Johannes 15) daarbij uit te nodigen!
Maria Gunter
Dat beeld van een tuin spreekt me
aan ,het maakt veel dingen duidelijk,b.v wie laat je toe” Mevr zevenblad ” die je stiekem altijd kleineert,en een onaangenaam gevoel bij je achterlaat ,wanneer je haar maar ontmoet ! En,dat ik uit moet dunnen ,veel te veel mensen toelaat in mijn leven